Studenten uit Delft winnen Europese ruimteprijs

Satellietdata gebruiken om de gezondheid van koraalriffen bij te houden en te voorspellen. Dat is het idee van het bedrijf Reef Support. De studenten achter het bedrijf uit Delft hebben daarmee de Europese wedstrijd voor ruimtevaarttechnologie Copernicus Masters gewonnen.

Van hackathon naar Europese winst

Het idee om satellietdata te gebruiken om koraalriffen te beschermen komt voort uit een hackathon uit juli. In combinatie met andere datasets is het mogelijk om de gezondheid van riffen niet alleen goed in de gaten te houden, maar ook om voorspellingen te doen voor de toekomst. Dat gebeurde tot nu toe nog niet. Met algoritmes kunnen de studenten inschatten wanneer het tijd is om in te grijpen. De studenten denken daarbij aan het stoppen van toerisme, of de handhaving op vervuiling te vergroten. Hun innovatie moet vooral een waarschuwingssysteem worden voor overheden die te maken hebben met grote koraalriffen.

Nu nog in het echt

Met 220 andere inzendingen en 13 genomineerden uit verschillende landen hadden de oprichters van Reef Support geen winst verwacht. Maar het prijzengeld komt erg goed van pas. Het systeem is op dit moment namelijk nog niet in de praktijk getest, maar daar kan de 10.000 euro die Reef Support kreeg voor de eerste plaats goed bij helpen. De startup wil pilots gaan draaien in de Noordzee, maar ook in Caribisch Nederland en Indonesië. Het prototype dat de afgelopen maanden op een studentenkamer werd ontwikkeld, wordt nu klaar gemaakt voor het echte werk.

Het terras verwarmen in de winter, dat doe je met (gas)heaters. Maar als het aan het innovatieve Nijmeegse bedrijf Sit & Heat ligt, wordt die instelling snel verleden tijd. Met hun warmtekussens verwarmen zij namelijk niet het hele terras, maar alleen de gasten zelf. Commercieel manager Jeroen Diks legt uit hoe zij op die manier de horeca willen verduurzamen.

Ontwerpwedstrijd

Het idee voor Sit & Heat begon jaren geleden al toen oprichter Jorg Rijkschroeff zijn moeder met haar rug tegen de verwarming zag zitten tijdens het lezen. Bij een ontwerpwedstrijd van de overheid om de vervuilende heaters te vervangen voor een alternatief, werkte hij zijn plannen verder uit. Een (gas)heater verwarmt in de koude buitenlucht het hele terras, terwijl dat niet altijd noodzakelijk is. Jeroen: “Onze kussens pakken dat efficiënter aan, want je verwarmt alleen maar de persoon die op het kussen zit. Dat gebruikt niet alleen minder energie, maar is ook prettiger voor de klant.”

Belangrijkste doel: energie besparen

Na het winnen van die ontwerpwedstrijd kon het avontuur pas echt beginnen. “Het begin van Sit & Heat bestond vooral uit onderzoek en ontwikkeling. Onze eerste en grootste doelgroep is de horeca, dus het product moest hufterproof zijn. We hebben eerst gekeken naar concurrerende producten. Een warmtedeken bijvoorbeeld, maar die zijn niet handig om in de horeca te gebruiken. Die worden namelijk zonder moeite mee naar huis genomen.” Het besparen van energie was het belangrijkste doel. “We wilden een product dat beter voor de wereld is dan (gas)heaters. Daarom hebben we sensoren in de kussens verwerkt die het verwarmingselement uitzetten wanneer er niemand op zit.” Na drie jaar onderzoek en ontwikkeling waar de horeca steeds bij betrokken was, stond er een werkend product klaar.

Terrassen worden steeds belangrijker

Hun eerste klant was Café de Blonde Pater in Nijmegen en de kussens liggen inmiddels bij meer dan 500 horecazaken verspreid door Nederland. Daar houdt het volgens Jeroen nog niet op. “We zien dat er met de coronacrisis meer aandacht is gekomen voor de terrassen. Dat is ook logisch, want als je binnen maar 30 mensen mag bedienen, wil je buiten ook ruimte creëren. Het terras is geen sluitpost meer, maar een prioriteit. Dat is voor ons natuurlijk een fantastische kans.” De horecamarkt is echter geen gemakkelijke markt om te veroveren, ondanks de nieuwe interesse in terrassen. Volgens Jeroen is het anders verwarmen van terrassen namelijk niet alleen een investering voor horeca-uitbaters, maar draait het ook om gedragsverandering. “Na het gebruik van ons product zijn alle uitbaters positief, maar mensen moeten er wel open voor staan.” Wat dat betreft had het bedrijf beter in het buitenland kunnen zitten. Veel landen om ons heen ontmoedigen het gebruik van heaters. In Frankrijk komt er binnenkort zelfs een verbod op de warmtelampen. “Dat verbod is wat ons betreft heel logisch. De heaters in Parijs stoten per jaar net zoveel CO2 uit als 100.000 vluchten tussen Parijs en New York.”

Grote plannen

“We zijn naast de horeca ook gaan kijken naar andere innovaties. In voetbalstadions wordt er ook veel gebruik gemaakt van (gas)heaters, terwijl Sit & Heat daar ook prima werkt.” De Business seats van vijftien stadions in het binnen- en buitenland worden op dit moment verwarmd met Sit & Heat. Maar Jeroen droomt van meer. “Eigenlijk willen we heel graag de business seats van een Champions League winnaar verwarmen. Dat zou pas vet zijn.” Naast terrassen en voetbalstadions is het bedrijf ook actief binnen kantoortuinen. “Stel je voor dat je met iemand werkt die het altijd koud heeft, waardoor de verwarming heel hoog moet. Dat is niet prettig voor mensen die het snel te warm hebben én slecht voor het milieu. Hiervoor leveren wij bureaustoelen met verwarming. Zo kan iedereen zijn eigen temperatuur creëren!”

Internationale markt veroveren

Het grootste plan is echter de internationale markt verder veroveren. “We zijn actief in Duitsland en dat willen we graag verder uitbreiden. We zijn op zoek naar internationale partners in Frankrijk, België en Scandinavische landen. Zelf zo’n markt betreden is supermoeilijk, je kunt beter samenwerken met mensen die  meer van het land en de cultuur weten.” Dus wie weet vinden we de Nijmeegse kussens binnenkort op nog veel meer op buitenlandse terrassen terug. Warenhuis Harrods in Londen heeft ze al liggen!

Meer informatie over Sit & Heat lees je op hun website.

Een paar weken geleden was het groot nieuws: in Singapore komt kweekvlees officieel op het menu te staan. Daarmee is de eilandstaat de eerste plek ter wereld waar dat kan. Hoe zit het eigenlijk met kweekvlees op de Nederlandse menu’s? Wageningen University & Research deed een onderzoek naar de mening over labvlees in ons land.

We zijn er nog niet

In Nederland zul je nog even moeten wachten op kweekvlees. Maar dat betekent niet dat er niet aan gewerkt wordt. Het Nederlandse Mosa Meat is bezig met kweekvlees voor onze markt en hoopt volgend jaar een officiële aanvraag te doen bij de Europese voedselautoriteit. Dat is de conclusie van een project dat al jaren loopt. Het bedrijf is namelijk al twaalf jaar bezig met de productie van een kweekvleesburger. Het bedrijf focust daarbij op rundvlees, omdat koeien meer impact hebben op het milieu dan varkens.

Naast het milieu staat ook de voedselzekerheid centraal in de zoektocht naar kweekvlees. Volgens Mosa Meat is de manier waarop wij nu aan ons rundvlees komen niet houdbaar voor de toekomst. Een kweekbiefstuk ontwijkt dat probleem. Zo is een stukje spier van een enkele koe al voldoende om duizenden kilo’s vlees uit te produceren.

Zijn Nederlanders wel klaar voor kweekvlees?

Kweekvlees is natuurlijk wel wat anders dan een vegetarische burger. Er zullen dan ook vast mensen zijn die niet warm worden van vlees uit een lab. Uit onderzoek van de Wageningen University & Research blijkt echter een ander verhaal. De gemiddelde Nederlander is positief over kweekvlees en is zelfs bereid om het te kopen. Sterker nog, Nederlanders staan zelfs positiever tegenover kweekvlees dan tegenover plantaardige burgers. Volgens de universiteit ligt dat aan het feit dat kweekburgers meer op vlees lijkt dan de plantaardige alternatieven. Mosa Meat hoopt binnen twee jaar goedkeuring van de voedselautoriteiten te krijgen.

Een exoskelet waar mensen zonder loopfunctie weer mee kunnen lopen. Het klinkt als een uitvinding uit de toekomst, maar niets is minder waar. Noël Keijsers van de Maartenskliniek en Radboudumc in Nijmegen is al drie jaar bezig met onderzoek naar deze bijzondere innovatie.

Van lomp apparaat naar wearable

Het exoskelet bestaat al langer, maar niet in de innovatieve vorm die we nu zien. Volgens Noël zijn exoskeletten van oudsher grote en lompe apparaten met een loopband eronder, die mensen met bijvoorbeeld een incomplete dwarslaesie of beroerte helpen om opnieuw te leren lopen. “Door de laatste technische ontwikkelingen zijn nu nieuwe soorten exoskeletten mogelijk. Die noemen we wearables, want mensen kunnen ze echt aandoen.” Het moderne exoskelet is een mechanisch systeem dat je rondom je heupen, knieën en enkels bevestigd. De beweging van je benen wordt dan overgenomen door het apparaat.

Pittige klus

Je benen laten bewegen door een apparaat: dat klinkt heel simpel, maar dat valt in de praktijk toch een beetje tegen. Bij de Maartenskliniek is net een onderzoek afgerond naar gebruikers van deze exoskeletten. Noël: “We kwamen er al snel achter dat het leren lopen met een exoskelet niet gemakkelijk is. Het is belangrijk om te realiseren dat veel van deze mensen geen enkel gevoel in hun benen hebben, wat lopen heel lastig maakt. Met behulp van krukken kunnen zij hun balans houden en vallen ze niet om.” Het ziekenhuis werkt met 24 trainingssessies verdeeld over  een periode van 8 weken. Na het doorlopen van de training krijgen deelnemers een ‘rijexamen’. “Ze moeten dan laten zien dat ze zelfstandig kunnen starten en stoppen, maar ook een slalom kunnen maken en over drempels heen kunnen stappen.” Die training is best pittig, blijkt wanneer van de 25 deelnemers maar 14 slagen voor het examen. “Dat was voor ons wel een goede les. Je kunt niet zomaar beginnen met het lopen in een exoskelet, zo simpel ligt het gewoon niet.”

Normaal oogcontact maken

Noël ziet wel hele mooie toepassingen voor de draagbare exoskeletten. Naast het opnieuw leren lopen zoals vroeger ook al in ziekenhuizen gebeurde, zijn er nieuwe mogelijkheden bijgekomen. “Het scheelt heel veel dat mensen het exoskelet nu gewoon aan kunnen doen. Het skelet kan nu gebruikt worden als een soort trainingsapparaat. Iemand met een volledige dwarslaesie kan er veel baat bij hebben om de beenspieren af en toe toch te laten bewegen.” Volgens Noël scheelt dat vooral in de secundaire klachten, zoals rugpijn vanwege het vele zitten in de rolstoel. Maar dat is niet alles. “Het dagelijks gebruik van een rolstoel brengt een probleem met zich mee dat mensen vaak vergeten: je ooghoogte is opeens heel anders. We horen vaak van mensen dat ze normaal oogcontact maken missen. Met een exoskelet kan je rechtop staan en mensen weer gewoon aankijken.” Uit het onderzoek bleek ook dat een wandeling door het park met bekenden erg wordt gemist. “Met enige training is dat met een exoskelet weer een mogelijkheid.”

Een exoskelet dat je aantrekt als een broek

Een derde toepassing van deze nieuwe exoskeletten ligt wat verder in de toekomst. “Bij een exoskelet wordt vaak meteen gedacht aan het vervangen van de rolstoel, maar zo ver zijn we echt nog niet.” Gebruikers zouden het liefst een exoskelet zien dat zij als een broek kunnen aantrekken. “Dan hebben we het over soft robotics, waarbij de materialen in de broek verwerkt zijn én kracht kunnen leveren. Dat is echt nog ver in de toekomst.” In de minder verre toekomst ziet Noël wel nieuwe innovaties om de hoek komen. “Er wordt bijvoorbeeld nu al gekeken naar de toevoeging van enkelstabiliteit. Je kunt dan met het skelet gewoon rechtop staan zonder krukken te gebruiken. Ik denk ook dat het mogelijk moet zijn om de stapbreedte en -lengte op slimme manieren aan te passen, waardoor gebruikers de krukken uiteindelijk helemaal thuis kunnen laten.”

Op de Novio Tech Campus in Nijmegen zijn onderzoekers bezig met het kweken van hersencellen. Het klinkt als een sciencefiction film, maar de gekweekte cellen worden toch echt gebruikt bij het behandelen van epilepsie.

Huidschilfer al genoeg om hersenen te onderzoeken

De cellen die gekweekt worden op de Novio Tech Campus zijn niet alleen maar hersencellen. Eigenlijk kan elk orgaan stamcellen leveren die daarna gebruikt kunnen worden voor onderzoek. De nieuwe technologie maakt onderzoek naar  daardoor epilepsie veel eenvoudiger. Eerder was het namelijk noodzakelijk om een stukje weefsel van het orgaan te nemen waar je onderzoek naar deed. In het geval van epilepsie zijn dat de hersenen en die kun je niet beschadigen door er een stukje uit te snijden. Met de kweekcellen wordt dat proces ontweken. De onderzoekers hebben nu aan een huidschilfer al genoeg.

Van 2 jaar wachttijd naar 1 maand

De uit de huidschilfer gekweekte cellen worden gekoppeld aan een chip. Deze chip kan zien hoe de hersencellen met elkaar communiceren. Wetenschappers kunnen daarna medicijnen gaan toedienen om te kijken hoe de cellen daar op reageren. Deze methode bespaart vooral veel tijd. Epilepsiepatiënten moeten soms wel 2 jaar lang allerlei soorten medicijnen uitproberen om te zien wat het beste werkt. Met deze cellen zou dat proces ongeveer een maand moeten duren.

Meetup

Naast het kweken van hersencellen gebeurt er nog veel meer op de Novio Tech Campus. Daarom hebben zij in samenwerking met Innovate vorige week meegedaan aan de INNOVATE MEETUP. Naast de hersencellen kwamen ook een exoskelet voor mensen met een dwarslaesie, deep brain stimulation en het gebruik van big data aan bod. Bekijk de Meetup hieronder terug:

 

Over tien jaar is de kans groot dat de manier waarop we voedsel produceren erg veranderd is. Niet alleen omdat er steeds meer mensen bijkomen, maar ook omdat we het milieu moeten beschermen. Hoe ziet ons voedselsysteem er dan uit? Studenten uit Wageningen doen een voorspelling

Corona als wake-up call

We vervoeren, produceren, verwerken en telen elke dag over de hele wereld voedsel. Is dat wel houdbaar? De coronacrisis is een uitstekend moment om een nieuwe start te maken, dachten ze bij de Wageningen University. We hebben de afgelopen maanden namelijk gemerkt hoe zo’n crisis bijvoorbeeld de beschikbaarheid van eten kan beïnvloeden. Zeven teams van studenten maakten een korte film over hun visie over de toekomst van voedselsystemen, om te laten zien hoe het beter kan. Hun nieuwe voedselsysteem moest niet alleen al langer bestaande uitdagingen meenemen, maar ook nieuwe uitdagingen die we misschien nog niet goed kennen.

Zeven keer in de toekomst kijken

De Food System in 10 Years challenge heeft mooie visies opgeleverd. Het winnende team, SeaweedSensing, wil de oceanen gaan gebruiken als landbouwgrond. Er is namelijk ontzettend veel ruimte om zeewier te verbouwen. Dat is niet alleen duurzaam, maar zeewier is ook nog eens eiwitrijk en gezond voedsel. Maar dat is niet alles wat de studenten te bieden hadden. Een ander team wil er voor zorgen dat ons eetpatroon gaat veranderen. Continenten kunnen volgens dit team in de toekomst prima zelfvoorzienend worden, waardoor je veel minder transport nodig hebt. Twee andere teams richten zich op Afrika. Het ene team wil het agrarische productieproces op dat continent verbeteren door middel van een app, het andere team wil Afrikaanse consumenten meer inzicht geven in gezond en voedzaam eten. De wildgroei aan keurmerken is ook een doelwit. Door middel van een simpele verzamelapp wil een team consumenten helpen om gezonde keuzes te maken. Het laatste team richt zich op de maïsproductie in Mexico. Boeren daar verbouwen liever avocado’s, omdat dat meer geld oplevert. Het team wil van maïs weer een lucratief product maken. Ben je benieuwd naar de verschillende presentaties van deze teams? Op deze site vind je alle video’s!

 

Een hoortoestel helpt goed wanneer je slechthorend bent, maar heeft vaak moeite met focussen op één stemgeluid wanneer er veel achtergrondgeluid is. Onderzoekers van KU Leuven hebben daarom een slim hoortoestel ontwikkeld, dat werkt met AI.

Kijkrichting is niet voldoende

Veel hoortoestellen die nu gebruikt worden, zijn goed in het versterken van geluid en individuele stemmen. Maar de versterkte stem is niet altijd de stem die je ook wilt horen, want het systeem focust meestal op de luidste spreker. Daarnaast kan een gewoon hoortoestel ook geen rekening houden met de kijkrichting van de drager.. Iemand die achter het stuur zit, kan niet constant naar medepassagiers kijken om met ze te praten, bijvoorbeeld. Dit probleem staat al langer in de belangstelling en er is ook al zeker aan gewerkt. Het is bijvoorbeeld mogelijk om hersengolven te meten, waardoor een hoortoestel jouw reactie op geluiden ‘ziet’. Het systeem kan dan de geluidssignalen van verschillende sprekers uit elkaar halen en je helpen met focussen. Deze technologie is helaas nog niet zo efficiënt, waardoor het soms wel twintig seconden kan duren voordat het systeem zeker weet welke stem de juiste stem is. Dat is in een gesprek niet handig, want in twintig seconden kan veel gezegd worden.

Dat kan sneller

De onderzoekers uit Leuven gingen daarom op zoek naar een oplossing, zodat hoortoestellen sneller kunnen bepalen wat je wilt horen. De oplossing ligt in de artificiële intelligentie. Hoortoestellen leren met testgeluiden om hersengolven te analyseren. Zo kunnen ze bepalen of jij naar iemand luistert die links of rechts van je staat en ruis onderdrukken. Dit proces kost geen twintig seconden, maar duurt slechts ongeveer één seconde. En dat is tijdens een gesprek wel zo praktisch. Het slimme hoortoestel zal de komende jaren nog niet op de markt verschijnen. Op dit moment bestaat het toestel namelijk uit een muts vol met elektrodes, wat natuurlijk niet zo aantrekkelijk is. De Belgische wetenschappers hopen over vijf jaar de markt te betreden met een handzamer model. In de tussentijd kunnen ze ook nog sleutelen aan de techniek, waardoor het systeem steeds meer hoorrichtingen kan onderscheiden. Nog even geduld dus!

In deze coronatijden kun je niet iedereen persoonlijk een kerstgroet brengen. De Duitse startup Getbaff vond daar een oplossing voor. Met AR-technologie ontwikkelde het bedrijf een ‘live’ kerstkaart waarmee jijzelf uit de kaart tot leven lijkt te komen om iedereen een gelukkig nieuwjaar te wensen.

Verrassende kerstkaart

Het Duitse augmented reality-bedrijf Getbaff zag dat corona veel gevolgen had voor het dagelijks leven én voor het persoonlijk contact tussen mensen. De feestdagen zijn dit jaar niet hetzelfde als andere jaren, stelt het bedrijf. Daarom wil het zoveel mogelijk mensen helpen om toch een persoonlijke en verrassende kerstgroet rond te sturen.

Toch nog een live kerstgroet

Ze maken daarom live kerstkaarten. Met een foto van de verzender en een ingesproken kerstboodschap maken zij een kaart met een video die met AR-technologie wordt afgespeeld. De ontvanger krijgt de kerstkaart, houdt zijn mobiele telefoon erboven en plots komt de kaart tot leven met augmented reality! Zo lijkt het alsof de verzender van de kaart live aanwezig is in de ruimte om de ontvanger een kerstboodschap te geven. Leuk voor je zakenrelaties, maar ook voor je vrienden en familie!

In dit filmpje zie je precies hoe deze live kerstkaart werkt:

Radioactieve geneesmiddelen zijn een redding voor veel kankerpatiënten, maar vragen om de juiste beschermingsmiddelen voor ziekenhuispersoneel. Medisch leverancier Von Gahlen uit Zevenaar ontwikkelt en produceert daarom veilige nucleaire ‘keukens’ waar deze geneesmiddelen gemaakt kunnen worden.

Ingewikkelde materie in Jip-en-Janneketaal

Von Gahlen houdt zich bezig met nucleaire geneeskunde en radioactieve geneesmiddelen. Geen eenvoudige onderwerpen, maar gelukkig kan Alex Duiker, samen met zijn broer Jaap directeur en eigenaar van Von Gahlen, in Jip-en-Janneketaal een voorbeeld geven. “Tumoren kun je opsporen met radioactief suikerwater. Suiker gaat namelijk naar cellen die het snelst delen en dat zijn de tumoren. Met een PET-scan kan je die radioactieve suikerdeeltjes opzoeken, zodat je weet waar de tumor zit.” Deze methode is de afgelopen 50 jaar steeds populairder geworden en wordt ook steeds meer toegepast in ziekenhuizen. Daarnaast werken ziekenhuizen tegenwoordig met radioactieve vloeistoffen en pillen die tumoren binnen het lijf aanvallen, zodat de gevaarlijke cellen afsterven. Deze ontwikkelingen zijn fantastisch voor patiënten, maar medewerkers kunnen niet dagelijks onbeschermd met deze stoffen werken. “Daar komen wij in beeld”, legt Alex uit. “Bij Von Gahlen produceren we kasten die we helemaal met lood afwerken. Lood houdt namelijk radioactieve straling tegen. In een soort keuken die bestaat uit deze kasten kunnen de geneesmiddelen veilig gemaakt en bewaard worden.” De productie van de kasten is geen gemakkelijke opgave. De kasten moeten namelijk luchtdicht zijn, zowel omdat de geneesmiddelen steriel moeten blijven als voor het binnenhouden van de straling.

Von Gahlen tussen de grote namen

Voor hun werk en inzet in deze markt heeft Von Gahlen de Koning Willem I prijs gewonnen. Deze prijs wordt tweejaarlijks uitgereikt aan ondernemers in Nederland. Het bedrijf uit Zevenaar staat nu in een lijst tussen namen als Phillips en ASML. “Het is natuurlijk fantastisch om deze prijs te winnen. De jury kijkt naar durf, daadkracht, duurzaamheid en innovatie, dus dat is een groot compliment.” En met dat innoveren en ontwikkelen zit het wel goed.

Het bedrijf begon in 1973 namelijk als een metaalbedrijf. De stap naar loden kasten was een risico, want de behandelmethode stond toen nog in de kinderschoenen. “In die tijd werkten we ontzettend veel samen met wetenschappers die bezig waren de behandeling te ontwikkelen. Zo zijn we langzamerhand veranderd in een medische specialist.” Het bedrijf houdt zich ook bezig met het veilig verpakken van radioactieve geneesmiddelen. “Dat was voor ons een logische aanvulling. De verpakkingen maken we ook met lood, zodat alle radioactiviteit binnen de verpakking blijft. De geneesmiddelen kunnen dan veilig naar ziekenhuizen vervoerd worden.”

Bijzondere markt

Alex wil met Von Gahlen dan vooral blijven innoveren. “Als we nu naar de markt kijken, zien we dat er steeds meer  nieuwe therapieën ontwikkeld worden. Dat vraagt om nieuwe productiemethodes, want het is niet eenvoudig om zomaar hogere aantallen medicijnen te produceren.” Omdat de behandelingen steeds gerichter en gedetailleerder worden, kunnen er meer behandelingen uitgevoerd worden. Maar dat betekent voor de producenten van de producten dat er nog meer gewerkt moet worden met radioactief materiaal. “Dat is voor ons natuurlijk een mooie kans.”

Alex: “Het is ook een hele mooie markt om in te werken. We zijn natuurlijk geen dokters of behandelaars, maar we dragen wel een steentje bij aan de nucleaire geneeskunde. Ik denk dat we best trots mogen zijn op die ondersteunende rol.”

Het is misschien niet het eerste waar je aan denkt bij ratten, maar in Cambodja gaan de beestjes op zoek naar landmijnen. Magawa, een van de ratten, kreeg eerder dit jaar als eerste knaagdier een gouden medaille voor zijn levensreddende werk.

Gevoelige neusjes

De meeste mensen vinden ratten maar vieze beesten, maar in Cambodja denken ze daar heel anders over. De ratten zijn getraind om landmijnen en explosieven op te sporen. Dat doen ze een stuk efficiënter dan mensen. Waar een mens met een metaaldetector zo’n 4 dagen nodig heeft om een gebied ter grootte van een tennisveld te controleren, doet een rat dat in 30 minuten. Dit komt omdat ratten getraind worden in het ruiken van explosieve stoffen. Dat Magawa goed is in zijn werk is wel duidelijk. Sinds de rat aan het werk is, heeft het beestje al 39 landmijnen en 28 andere explosieven opgespoord.

Meer dan levens redden

Met het opsporen van niet-ontplofte landmijnen doen de ratten meer dan alleen het redden van levens. Dorpen kunnen het gecontroleerde gebied namelijk opnieuw in gebruik nemen. Deze gebieden zijn vaak uitstekend geschikt om te gebruiken voor de landbouw, maar zijn door de landmijnen te gevaarlijk geworden. Door ratten in te zetten en deze gebieden te controleren, kunnen inwoners van het land meer gewassen verbouwen, zonder gevaar te lopen.

De ratten lopen zelf tijdens hun werk geen gevaar. De dieren zijn zo licht dat de landmijnen niet afgaan wanneer er een rat overheen loopt. Sterker nog, sinds er in Cambodja ratten worden gebruikt om landmijnen op te sporen, zijn er nog geen dieren overleden. Helaas is het werk van de ratten nog lang niet gedaan, want er zijn naar schatting 5 miljoen landmijnen gebruikt tijdens de burgeroorlog. Maar elke landmijn die door Magawa of zijn collega’s wordt gevonden, is er weer eentje minder!