Kom op 13 oktober naar de Innovate Experience in Musis Arnhem!
Iedereen die wil weten hoe de wereld van morgen eruit ziet is welkom op de Innovate Experience 2023. Op vrijdag 13 oktober van 10:00u tot 17:00u nemen wij Musis Arnhem over met een pop-up expositie van 75 innovaties die je kunt beleven. 35 Startups presenteren zich op onze testmarkt. Doe mee aan interactieve sessies, laat je inspireren en werk aan je innovatie skills.
Bezoek de expositie & testmarkt
Op de expositie kun je gratis de allernieuwste innovaties bekijken en uitproberen. Zo’n 75 designers, technici en ondernemers tonen hier hun nieuwste creaties. Bekijk het nieuwste prototype van een zwevende auto, duik in de wereld van VR of leer hoe algen van zout water zoet water maken.
Op de testmarkt testen 35 startende ondernemers of er markt is voor hun product of dienst. Wat vind jij van de zelfverdedigings-armband, snacks van insecteneiwit of de tool die zorgt voor meer biodiversiteit in jouw tuin? Laat je inspireren en geef deze ondernemers feedback zodat zij verder kunnen bouwen aan hun bedrijf.


Doe mee aan interactieve sessies
Laat je inspireren door de beste innovators uit de regio, breid je netwerk uit en leer nieuwe skills. Er zijn talks, discussies, co-creatie sessies en workshops over allerlei vormen van innovatie. Met bijdragen van Alliander, ArtEZ, HAN, ATAG, NXP, Rijnstate, Startclub Arnhem, InDifferent en vele anderen!
Klik op de banners voor meer informatie over de sessies en schrijf je gratis in! Let op: Inschrijven is gratis maar verplicht en er zijn per sessie beperkt plaatsen beschikbaar. Op = op.



























Klik op de banners en registreer je gratis, vol = vol!
Toegankelijkheid
Wil je meer weten over de toegankelijkheid van het event?
Klik hier om meer te lezen over de toegankelijkheid
Overige informatie
Wil je meer weten over de bereikbaarheid, parkeren en andere zaken van het event?
Klik hier voor de veelgestelde vragen
Sfeerimpressie
Prullenbakken op de universiteit die uitpuilen van de papieren wegwerpbekertjes, hoe los je dat op? Edibles.eco heeft dé oplossing: volledig circulaire bekers. Dat werkt zo: als je je koffie op hebt, heb je twee keuzes. Eet je beker op (ja, echt!) of gooi hem bij het groenafval.
Dit is andere koffie (eh… koek)
Oprichters Maximilian Schupp en Ruymand Soltani bieden met Edibles.eco een alternatief voor wegwerpservies, dat zowel eetbaar als composteerbaar is. “Meestal zijn dit soort single use wegwerpartikelen gemaakt van hout of plastic. Het nadeel daarvan is dat het ontzettend lang duurt om af te breken”, legt Maximilian uit. Daarom kwam Edibles.eco met dit alternatief. “We zagen die enorme stapels papieren wegwerpbekertjes en dachten, dit is een probleem! Hoe kunnen we dit terugdringen? Wordt al dat afval wel netjes gerecycled? Zijn er geen betere alternatieven? We waren al bekend met het concept van eetbaar servies. En toen kwam gelukkig ook nog eens de Europese wetgeving die single use plastics verbiedt. Bedrijven moeten verplicht overstappen op duurzamere opties. Dat geeft ons de kans om een mooi bedrijf op te bouwen en tegelijkertijd te helpen om de wereld te redden.”

Eating your way to a better future
Bij Edibles.eco weten ze wat innovaties zijn. In 2017 hoorde Maximilian al over eetbaar servies via een familievriend uit de Verenigde Staten. “Dit was nog voor alle trends, maar het sprak me enorm aan.” Ruymand vult aan: “Het bedrijf CupBite BV heeft geprobeerd eetbaar servies al eerder te introduceren in Nederland, maar dat was toen nog te vroeg.” Zowel Ruymand als Maximilian hebben veel geleerd over duurzaamheid tijdens hun studie, en zien hoe vorige generaties milieuproblemen hebben laten liggen. “Het is onze taak om die milieuprobleem nu aan te pakken, want als wij het nu niet doen, wie gaat het dan doen?”

Volgens Maximilian en Ruymand zijn er genoeg mensen die plastic willen vermijden. “Mensen hebben nu een hele andere kijk op duurzaamheid. Toch zwerft er veel afval rond. Ons land is ver ontwikkeld, we hebben veel kennis en mogelijkheden om afval te verminderen, maar we doen het niet. Bij Edibles.eco realiseren we ons daarom ook dat niet iedereen geïnteresseerd is. Iedereen die meedoet, zien we als winst. En verder moeten we vooral bewustzijn creëren, want alternatieve ideeën zorgen altijd voor twijfels.” Om die twijfels weg te nemen, zijn Maximilian en Ruymand vooral bezig met het eten van hun eigen producten. “Bij elke pitch en presentatie vragen mensen zich af of onze bekers en lepels echt eetbaar zijn. Dan zit er maar één ding op: aan tafel!”

Koffiedik kijken
Wat is de stap na bewustzijn creëren? Daar heeft Maximilian direct antwoord op: “We gaan voor grote acceptatie van onze producten! Ik hoop ooit onze producten overal tegen te komen, van restaurants tot in vliegtuigen.” Voor de toekomst kan het Edibles.eco niet gek genoeg. “We hebben geen duidelijk doel zoals het redden van 1 miljard bekers,” zegt Ruymand. “Maar hoe groter de impact, hoe beter!” Edibles.eco heeft wel een volgende stap voor ogen. “We willen onze doelgroep verder uitbreiden, van kleinere b2b-partners naar grotere bedrijven. Vooral vanwege de toeslag op de papieren bekers met plastic erin. De koffie to go gaat daardoor voor consumenten 25 cent duurder worden. En vanaf januari 2024 zijn die bekers volledig verboden. Ons product is het enige wat het gevoel van de oude wegwerpbekers vervangt.”
Meer weten over Edibles.eco en hun eetbaar koffieservies? Neem dan een kijkje op de site!
Dit interview is gepubliceerd in samenwerking met Letterdesk
Zelfs hernieuwbare bronnen zoals zonnepanelen of windmolens zijn niet altijd even duurzaam. Het produceren van die installaties levert veel afval op, en dat is slecht voor het milieu. Plant-E ontwikkelde daarom een compleet andere aanpak: een technologie die elektriciteit haalt uit levende planten. Veel duurzamer! Maar hoe werkt dat precies?
Marjolein Helder, CEO van Plant-E, vindt het belangrijk dat we ons allemaal inzetten om het bodemleven gezond te houden. “We halen voedsel en energie uit de grond en dat maakt ons afhankelijk van de bodem. Op het moment dat we die uitputten, heeft dat fatale gevolgen voor de aarde. Als samenleving moeten we daarom streven naar de juiste balans tussen een gezond bodemleven en de afvaluitstoot van de mens.”

Marjolein Helder, CEO Plant-E
Elektriciteit uit de grond
Plant-E maakt elektriciteit met levende planten. Marjolein legt uit: “Wij bouwen een biologische batterij rondom de plantenwortels, zodat de bacteriën hun elektronen aan onze batterij kan afgeven. Zo maken we rechtstreeks elektriciteit.”
“In ontwikkelingslanden zijn er gebieden waar nog geen elektriciteit beschikbaar is. Het mooie aan onze technologie is dat planten en bacteriën dag en nacht door werken. Dat betekent 24 uur per dag elektriciteit, zonder dat er opslag nodig is. De opgewekte elektriciteit zorgt voor een beetje licht, wat erg prettig is tijdens donkere nachten.”
Ook landbouw- en natuurgebieden hebben baat bij de oplossing van Plant-E. “In Nederland willen we de natuur die we hebben, behouden en dus niet vol leggen met zonnepanelen of windmolens. Hoe gaaf is het dan dat je met onze technologie elektriciteit uit de bodem kan halen, op basis van biologische processen. Zo behouden we de mooie groene natuur én werken we er zelfs mee samen.”


Wereld zonder batterijen
De focus ligt nu op het vermijden van batterijen, door sensoren op een andere manier van stroom te voorzien. “Op dit moment zijn er 1,2 miljard sensoren op de markt, en die markt wordt in de komende jaren tien keer zo groot. Je hebt het dan over 65 miljoen ton chemisch afval. Als we met Plant-E batterijen onnodig maken en sensoren van stroom voorzien met planten, ontstaat er veel minder chemisch afval. Op naar een betere toekomst!”
Mensen vergeten vaak dat dataverzameling ook een stroombron nodig heeft. “Data is belangrijk: het maakt ons efficiënter en duurzamer. Je kunt alleen zonder stroom geen data verzamelen of delen. De stroombronnen voor dataverzameling worden een steeds groter probleem. Daarom onderzoeken we manieren om sensoren te produceren zonder batterijen. Zo creëren we nog minder chemisch afval.”

Inzet voor duurzaamheid
Het bedrijf zet stappen om volledig duurzaam te produceren. “Op dit moment ontkomen we er niet aan om niet-duurzame materialen te gebruiken. We zijn bezig dit wel voor elkaar te krijgen. Dat is een kwestie van schaalvergroting: we produceren momenteel nog niet genoeg om dat volledig duurzaam te doen. Als dat eenmaal gelukt is, kunnen wij een substantiële bijdrage leveren. Dat kan wat mij betreft niet snel genoeg gaan.”
De duurzame keuze vereist inzet van ons. “Een zonnepaneel leg je op je dak. Als je er een probleem mee hebt, dan laat je een onderhoudsbedrijf langskomen die het oplost. Ons product heeft een andere soort aandacht nodig. Krijgt de plant genoeg licht en water om elektriciteit te produceren? Dat zijn zaken waar je je mee bezig moet houden om het proces te laten slagen. Het ultieme doel? Een boom in de stad, die zelf vertelt wanneer er water nodig is, op basis van de geproduceerde stroom. Dat is toch prachtig?”
Wil je meer weten over Plant-E? Neem dan een kijkje op de website!
Dit interview is gepubliceerd in samenwerking met Letterdesk
Schadelijke stoffen uit de lucht halen door ze te bevriezen: de startup Cryocop maakt het mogelijk. Met hun techniek halen ze CO2 uit de lucht en verkopen ze de opgevangen zuurstof en stikstof weer door. Duurzaamheid is zo opeens toegankelijk én goedkoop. Hoe zit het met dit nieuwe gat in de milieumarkt?
Max Kersten, medeoprichter van Cryocop, legt uit dat de startup voortkwam uit een wedstrijd voor technische universiteiten. “De XPRIZE Carbon Removal student Competition zette mijn compagnon Tonny Manalal aan het denken. Hij baseerde zijn ontwerp op eerder onderzoek waaruit bleek dat een aantal technieken om CO2 uit de lucht te halen wel effectief, maar niet rendabel waren. Hij combineerde dat onderzoek met zijn nieuwe ideeën en zo werd de toekomst van de carbon capture geboren: Cryocop.” Met hun nieuwe machine hopen zij in de toekomst CO2 op te vangen bij fabrieken.

Bevroren CO2
Met hun nieuwe technologie haalt Cryocop CO2, zuurstof en stikstof uit de uitstoot van fabrieken, met name bij de staalindustrie en afvalverbranding. “De Cryocop machine is eigenlijk een soort koelkast of vriezer die je aansluit op fabrieksschoorstenen. De lucht wordt in onze machine gezogen en gaat door een vriezer heen. We gebruiken dan een techniek die cryogenics (extreme koeling) wordt genoemd. Ons apparaat koelt de uitlaatgassen tot temperaturen rond de -200 graden Celsius. Doordat de schoorsteengassen zo koud worden, kan je makkelijker de CO2 uit de lucht filteren en als vloeistof opvangen. Ook is het op deze manier makkelijk om zuurstof en stikstof mee te filteren. Dit doen we bewust.” Max legt uit dat het maar een klein beetje extra energie kost om tot lagere temperaturen te koelen. “We zijn toch al aan het koelen, dus het is logisch om die extra stap te zetten.” Cryocop verkoopt de zuurstof en stikstof door aan bedrijven, om zo de kosten te drukken.
Ook de keus om direct bij de uitstoot te filteren is bewust gemaakt. “Uit die fabrieksschoorstenen komt enorm veel rook. Het gasmengsel bij een fabriek bevat snel 5 tot 15 procent CO2, de buitenlucht maar 0,03%. Door de Cryocop machine aan te sluiten op de schoorstenen vangen we dus CO2 zo efficiënt mogelijk op en halen we het meeste rendement.”

Circulair gebruik van CO2
Deze nieuwe methode van CO2 uit de lucht halen is niet alleen goedkoop, het is ook nog eens goed voor het milieu. “Winst is niet het doel”, vertelt Max. “We willen voornamelijk een goedkoop en duurzaam alternatief aanbieden. Andere bedrijven die aan carbon capture werken, gebruiken namelijk chemicaliën, wat ook schadelijk voor het milieu is. Door cryogenics te gebruiken, kunnen we het gehele proces elektrisch maken en dus op duurzame energie laten lopen.”
“We willen naar een nieuwe economie toe, waarin CO2-hergebruik een plaats heeft. We horen vaak mensen zeggen dat carbon capture afleidt van andere duurzaamheidsinitiatieven. Door juist te focussen op circulaire hergebruik van CO2, is het geen vervuiling meer en kan het naast nieuwe initiatieven bestaan.”
De CO2 die opgevangen wordt, hoopt Cryocop uiteindelijk weer te kunnen hergebruiken. Door in de toekomst samen te werken met bedrijven die CO2 hergebruiken, willen ze uiteindelijk bijdragen aan een circulair systeem. “Het gaat nog lang duren voordat we als maatschappij volledig op duurzame bronnen kunnen vertrouwen. Er zullen voorlopig dus nog steeds grote, vervuilende bedrijven blijven bestaan. Met hulp van Cryocop kunnen die grote bedrijven ervoor zorgen dat zij minder vervuilen.”

Hoe nu verder?
Hoewel het product voorlopig nog meer testen nodig heeft, is Max hoopvol over de toekomst. Samen met de Universiteit Twente en Universiteit Eindhoven zijn ze bezig met het ontwikkelen en testen van de eerste prototypes. “Het bouwen van zo’n machine kost veel geld, daarom willen we extra goed testen voordat we de markt opgaan.” Cryocop hoopt de eerste klanten te helpen met verduurzamen voor het einde van dit decennium. “Zo dragen we bij aan het halen van de wereldwijde klimaatdoelen van 2030!”
Wil je meer weten over Cryocop? Kijk dan op hun LinkedInpagina!
Dit interview is gepubliceerd in samenwerking met Letterdesk
Praten is goed, werken is beter: Powercrumbs vond dat er wel genoeg over duurzame grondstofvoorzieningen was gepraat en besloot zelf de handen uit de mouwen te steken. De mannen van Powercrumbs vonden de Powerbox uit en helpen bouwbedrijven nu aan duurzaam biogas met een regionaal tintje.
CEO Pieter Mans is heel duidelijk: “Het klimaat wacht niet, dus moeten we nu actie ondernemen.” En dat neemt hij samen met compagnons Jan Willem Eising en Jelmer Kalff heel serieus. “Toen we onze plannen en doelen helder hadden, hebben we alle drie onze baan opgezegd en zijn we voor de volle 100% gegaan.”

Op zoek naar verloren biogas
Pieter liep al langer met het idee rond iets te doen met weggegooide biogassen. Hij zag bij zijn vorige werkgever in de energiebranche dat op een hoop plekken biogassen verdwijnen. En dat terwijl er in ons land juist enorm veel behoefte aan is. Onlogisch volgens Pieter en dus was het tijd voor verandering, door kruimels biogas te verzamelen en er goed gebruik van te maken.
En dus klopte Powercrumbs aan bij een van die organisaties waar biogassen verdwijnen: de waterschappen. “We mochten een presentatie geven over ons idee en het sloeg gelukkig meteen aan”, vertelt Pieter. “Die reactie vertelde ons genoeg over hoeveel vraag er naar duurzame energie is en dat mensen beseffen dat het tijd is voor verandering.”

Een gouden samenwerking
De innovatie van Powercrumbs zit ‘m niet per se in de techniek, maar in de wijze waarop deze wordt ingezet. Het bedrijf brengt twee, op het eerste gezicht zeer verschillende, werelden bij elkaar en creëert zo lokale brandstofketens. “Het biogas dat in onze Powerboxen zit komt van de waterschappen en wordt gebruikt in de bouw,” vertelt Pieter. “We zijn een sociaal bedrijf en leggen links tussen bedrijven die op het eerste oog niets met elkaar te maken hebben.”
De eerste Powerbox die op de markt kwam, maakte Powercrumbs in samenwerking met andere bedrijven. Bouwbedrijf BUSE Gas ontwierp de Powerbox, Koninklijke Van Twist bouwde de biogasgenerator en Hogeschool Arnhem Nijmegen meette als onafhankelijke partij de milieu-impact. Powercrumbs was de organiserende schakel in dit verhaal en heeft het station waar de Powerboxen gevuld worden ontwikkeld.
Dit bleek een gouden samenwerking, want afgelopen januari ontvingen de bedrijven samen de Infratech Innovatie Award. “We hadden niet durven dromen dat we deze prijs zouden winnen,” vertelt Pieter. “Vaak horen we van jury’s dat ze het innoverende aspect van ons product niet zien. Dat komt omdat de technieken die we gebruiken ook niet per se nieuw zijn. Het sociale aspect en de systeemverandering die wij neerzetten, is echter wat ons product uniek maakt. En dat werd beloond!”

Bouwen aan een duurzame toekomst
“We zijn in 2019 begonnen met Powercrumbs en zagen toen dat in de bouw veel vraag was naar duurzame alternatieven voor energie. We hebben volledig ingezet op deze sector en dat bleek een goed idee, toen een tijdje later de vraag alleen maar groter werd. Door de stikstofcrisis en de oorlog in Oekraïne vroegen veel mensen zich hardop af waar we nu onze energie vandaan zouden moeten halen. Wij vullen dit gat perfect op met onze duurzame en schone Powerboxen.”
In de bouw worden Powerboxen gebruikt om energie te leveren. Bedrijven uit de sector hebben energie nodig om hun duurzame elektrische bouwapparatuur op te laden. “Op een leeg veld kun je niet zomaar een stekker in een stopcontact steken en dus moeten ze die stroom ergens anders vandaan halen. Onze Powerbox geeft ongeveer een week lang energie aan een bouwproject, daarna wordt de box weer gevuld bij de waterschappen. Dit gebeurt allemaal lokaal. Het is namelijk niet zo duurzaam als de Powerboxen ergens gevuld worden en vervolgens naar de andere kant van het land vervoerd moeten worden.”

Heel Nederland aan de Powerbox
Momenteel worden de Powerboxen ingezet in de regio Arnhem-Nijmegen, maar Powercrumbs denkt groter: “We willen binnen twee jaar landelijk te werk gaan,” legt Pieter uit. “We willen door het hele land ketens hebben van bedrijven waar we het biogas vandaan halen en bedrijven die er gebruik van maken. Twee jaar is snel, maar dat moet ook. Het klimaat wacht niet en we hebben niet heel lang de tijd meer om de temperatuursverandering onder controle te houden. We gaan het op korte termijn dus gewoon doen!”
Wil je meer weten over Powercrums? Kijk dan op de website!
Dit interview is gepubliceerd is samenwerking met Letterdesk.
De wereld overtuigen om fossiele brandstoffen vaarwel te zeggen en over te stappen op waterstof is geen gemakkelijke klus. Daarom is Jerom Janssen, algemeen directeur van HyMatters, vanaf het begin eerlijk over de uitdaging waar zijn bedrijf voor staat. “Als startup ben je klein en moet je realistisch zijn. We willen waterstof zo breed mogelijk inzetten, en daarmee het gebruik van diesel en benzine afremmen. Dat doe je niet zomaar.” Hoe pakken ze dat aan?
Volgens Jerom is het terugdringen van de CO2-uitstoot op dit moment de belangrijkste taak van de mensheid. “Daar wil ik aan bijdragen. Niet alleen zeggen dat we moeten veranderen, maar die verandering ook echt mogelijk maken door een simpel alternatief te bieden. Gedrag aanpassen is heel moeilijk, dus een alternatief voor diesel en benzine bieden is de makkelijkste optie.”
Jerom legt uit dat HyMatters uit twee bedrijven bestaat. “Door onze focus in tweeën te splitsen, bereiken we meer. Het ene bedrijf focust op consultancy en kennisdeling over waterstof, het andere heeft een eigen product ontwikkeld waarmee we mensen de regie teruggeven over hun energie.”

De waterstoftrailer
Van dat product, door HyMatters Operations liefkozend de ‘waterstoftrailer’ genoemd, worden nu de eerste tien stuks gebouwd. “De afgelopen tijd zijn we allemaal heel bewust geworden van de schommelende energieprijzen. Niemand heeft daar zin in, je wilt die prijzen kunnen controleren. Dat kan, door zelf je eigen energie te produceren, bijvoorbeeld met zonnepanelen en windmolens. Maar door overbelasting van ons elektranet is het niet altijd mogelijk om energie terug te leveren. En dan los je nog steeds niks op.”
Wat is dán de oplossing? “Waterstof”, zegt Jerom. “Je sluit ons apparaat aan op een laagspanningsnet, net zoals zonnepanelen. Daarnaast sluit je ons product ook aan op een waterkraan. Als je zonnepanelen meer energie opwekken dat je gebruikt, gaat die energie naar onze waterstoftrailer. Met behulp van elektrolyse splitsen we water in zuurstof- en waterstofgas. Die zuurstof laten we ontsnappen, maar de waterstof gaat naar een opslagtank. Na die opslag, heb je eigen waterstof om als energie te gebruiken, hoe en wanneer je wilt. Je kunt er voertuigen mee tanken, maar het ook verbranden als verwarming. Ideaal dus!”

Kennis is de sleutel
In vergelijking met HyMatters Operations, is HyMatters Research and Consultancy meer gefocust op het delen van kennis over waterstof. “Zo geven we bijvoorbeeld een waterstofcursus op post-hbo-niveau in samenwerking met de HAN. HyMatters maakt het cursusmateriaal en geeft de lessen. Met die kennisdeling willen we impact maken die breder is dan we zelf kunnen maken. Hetzelfde geldt voor onze consultancy. We helpen andere bedrijven met vragen over het inzetten van waterstof.”
Jerom geeft het voorbeeld van een logistiekhal, die in de winter verwarmd wordt. In de winter gebruikt het bedrijf aardgas, en in de zomer zonnepanelen. Het elektranet is vol, dus terugleveren is geen optie. “Dan is de winter slecht vanwege het aardgas, en de zomer valt tegen omdat je meer energie produceert dan je nodig hebt. Wij bieden dan oplossingen aan en geven inzicht in je energetische situatie. Wat is interessant in jouw geval, met welke wet en regelgeving moet je rekening houden?” Zo heeft HyMatters plannen gemaakt voor de Eusebiuskerk in Arnhem, die wil gaan verwarmen met waterstof, en voor Rijnstate ziekenhuizen in Elst.

Overbelast netwerk
Het elektriciteitsnetwerk in Nederland komt uit de jaren net na de Tweede Wereldoorlog. “Dat netwerk hebben we toen aangelegd met het geld uit de Marshallhulp uit de Verenigde Staten. Het netwerk is destijds ‘overgedimensioneerd’. Dat betekent dat het een enorme transportcapaciteit had, die toen totaal onnodig was. En dat heeft ervoor gezorgd dat ons netwerk nooit extreem belast is, waardoor het heel stabiel is.”
De energietransitie zorgt echter voor een instabiele belasting van het netwerk. Zonne- en windenergie zorgen voor een hoge en wisselende belasting, wat technisch onprettig is voor het net. “Met HyMatters willen we ook die belasting oplossen. We halen het overschot aan elektriciteit van het net, en zetten het om naar waterstof. We leveren het niet terug op een later moment, maar maken er echt iets anders van. Zo lossen we het transportprobleem permanent op.”
Meer weten over HyMatters? Klik hier.
Zo’n 40 jaar geleden begon ontwerper Ruud-Jan Kokke met ontwerpen. Daar is hij sindsdien nooit meer mee gestopt. “In mijn ontwerpen wil ik inspelen op een behoefte. Gewoon een kantoor inrichten met stoelen, dat doe ik niet. Er moet wat bijzonders in het ontwerp zitten, ik vind de vorm van een object het allerbelangrijkst.”
Dat Ruud-Jan een ontwerpbureau startte, was geen toeval. “Ik kom uit een familie van musici, edelsmeden en boeren. Allemaal zelfstandigen dus. Toen ik stopte met de kunstacademie, begon ik eerst een timmermansbedrijf. Het ontwerpen deed ik in die tijd tussendoor, het heeft een aantal jaar geduurd voordat ik daarvan kon leven.”
Het begon met een stoel
Het allereerste ontwerp dat Ruud-Jan maakte, was een ingeving. Na twee jaar Kunstacademie wist hij niet zo goed wat hij moest doen. Hij sprak met een bevriende psycholoog en kreeg opeens een idee. Ze zaten daar met zijn tweeën op slechte stoelen, dus besloot hij om twee nieuwe stoelen te ontwerpen en te maken.
“Ik ben niet opgeleid als ontwerper. Ik voelde me daarom ook helemaal niet verplicht om te voldoen aan de eisen van een ontwerper. Het was een eerlijke stoel, lekker simpel. Zoals een kind een stoel zou tekenen eigenlijk. En die stoel kreeg opeens heel veel publiciteit en aandacht. Zo is de bal gaan rollen.”

Naam maken voor jezelf
“Als beginnende ontwerper is het niet eenvoudig om naam te maken. Ik had natuurlijk een ideaalplaatje in mijn hoofd, en ben op reis gegaan naar allerlei meubelfabrikanten om mijn ontwerpen te presenteren. Sommigen vonden het best leuk, anderen niet. Maar geen enkele fabrikant wilde mijn stoel in productie nemen.”
Volgens Ruud-Jan is het een emotionele rollercoaster geweest. “Het is emotioneel hard werken. Soms wordt je gewoon weggestuurd. Ik heb er een lange adem voor nodig gehad, maar uiteindelijk vond ik meubelwinkels en designzaken die meer interesse hadden dan de fabrikanten. Zo heb ik mijn eerste honderd stoelen verkocht!”

Innovatief op een eigen manier
Die allereerste stoel ontwierp Ruud-Jan nu veertig jaar geleden. “Dat was toen best een innovatief ontwerp. Er waren nog geen moderne, massief houten stoelen op de markt, alleen boereneiken meubels. Ik werkte met hout, zonder kleur of beits. Daarmee was ik een van de eerste ontwerpers die met naturel hout werkte.”
Waar Ruud-Jan vroeger hard moest zoeken naar bekendheid, zit dat nu wel goed. “Zo heb ik in opdracht van Boijmans Van Beuningen een museumkruk gemaakt. Lichtgewicht, stapelbaar en gemaakt van vliegtuigtriplex. Heel handig, maar ook mooi vormgegeven. Die kruk staat nu zelfs in musea in New York.”
Voor Ruud-Jan is innovatief ontwerpen letten op de vorm. In Het Dorp van Mies Bouwman moesten huizen komen die speciaal voor mensen met een beperking waren ontworpen. “Ik kreeg de opdracht om een proefwoning te ontwerpen. Ik ben daarom op bezoek gegaan bij mensen die in een rolstoel zitten, om te kijken wat zij nodig hebben in een ontwerp.”
Hij kwam tot de conclusie dat een normaal aanrecht helemaal niet geschikt is voor iemand in een rolstoel. “Waarom moet je zelf om het aanrecht heenrijden, als je ook het aanrecht kan draaien? Ik heb een rond aanrecht ontworpen op een draaiende schijf. Iemand in een rolstoel kan op één plek blijven, dat scheelt veel moeite!”
Eerst de vraag, dan het design
Als er een fabrikant bij Ruud-Jan aanklopt voor een leuk nieuw stoeltje, vindt hij dat moeilijk. “Ik werk het liefst vanuit een hulpvraag. Wat heeft iemand nodig? Wat kan deze situatie verbeteren? Dat maakt het werk juist zo mooi. Een arts zat met de wandelstok van zijn patiënten in zijn maag, want deze vielen steeds om. En hij wilde niet dat zijn patiënten te vaak moesten bukken om de stok op te rapen, dat was gevaarlijk.”
Ruud-Jan is toen aan de slag gegaan met een wandelstok die niet omvalt. “Het is een hele gewone stok geworden, met een bocht aan de bovenkant zodat het gewicht goed wordt verdeeld. Maar op de juiste plekken heb ik rubberen randen toegevoegd. Als je de stok laat leunen tegen een glad oppervlak, glijdt de stok niet weg. Ook heb ik het handvat langer gemaakt, zodat je de stok eenvoudig aan een tafel kunt hangen, zonder dat deze de grond raakt. Kleine dingen, die het wel een praktisch product maken.” Met zijn ontwerp won hij de Rote Punkt, een grote ontwerpprijs.

Ontwerpen is maar één onderdeel
Volgens Ruud-Jan vergeten jonge ontwerpers vaak dat het ontwerp maar één onderdeel van een groter product is. “Daar moet je wel echt rekening mee houden. Van ontwerp ga je naar ontwikkeling, productie en dan sales. Alle vier die onderdelen zijn even belangrijk! En zorg er altijd voor dat je met jouw product een vraag beantwoord. Je kunt heel hard werken aan een product, maar als niemand er op zit te wachten, heb je er helemaal niets aan. Dat is zonde van je werk.”
Ruud Koornstra is coördinator van Sustainable Development Goal (SDG) 7 en houdt zich bezig met de energietransitie. De medeoprichter van Oxxio was al 15 jaar duurzaam ondernemer maar sinds het lanceren van de SDG’s in 2015, doet hij dat in een breder kader. “Ik zal mij altijd blijven inzetten voor de energietransitie.”
Ruud is geen klimaatwetenschapper. “Sterker nog, ik ben helemaal geen wetenschapper. Ik ben gewoon een gemiddelde burger. En als ik naar de wereld kijk, zie ik ontzettend veel problemen die we niet zomaar kunnen oplossen. Dat houdt je toch bezig. Ik heb vijf kinderen, hoe geef ik hen een veilige toekomst?” Daar is volgens Ruud maar één antwoord op te geven: “We moeten in beweging komen!”
Nederland is een middelgrote stad
“Het is tijd om als Nederland echte stappen te gaan zetten. We zijn tot veel meer in staat dan we denken. Als je naar Nederland kijkt, zijn we eigenlijk een dunbevolkte, middelgrote stad. Tokyo en Delhi zijn veel groter.” Waarom is dat belangrijk? Ruud geeft vier redenen waarom Nederland eigenlijk koploper zou moeten zijn op het gebied van SDG7:
- Nederland staat vol met universiteiten, hoge scholen en kenniscentra.
- We zijn als land ontzettend ondernemend.
- Andere landen zien ons als een land dat het goede probeert te doen, niet als een bedreigend land.
- We zijn schathemeltje rijk.
“Als je dat zo op een rijtje zet, hebben we de mogelijkheden, de kennis én het imago. Maar we zijn het vieste land van Europa! Waar gaat het fout?” Als het aan Ruud ligt, beginnen we binnenkort aan een sprint om onszelf te verbeteren. Niet alleen op het gebied van innovatie, maar ook op het gebied van vernieuwing. “Een dieselmotor schoner maken is innovatie, een compleet nieuwe elektrische motor ontwikkelen, is vernieuwing. We hebben beide nodig.”

Ruud Koornstra
Vernieuwing krijgt geen kans in Nederland
“Als je kijkt naar de klimaattafels en innovatietafels in Nederland, zie je iets bijzonders. Er komen plannen over het verbeteren van bestaande methodes, maar vernieuwing zien we weinig. Een mooi voorbeeld is waterstof in vaste vorm, H2fuel. Dat breekt nu, na zeven jaar, toch door. Aan de klimaattafels werd dit door de innovatie-experts en de wetenschap stukgerekend. Zo heb ik nog wel veertig andere voorbeelden. Als we naar de geschiedenis kijken, komen bestaande sectoren eigenlijk altijd met innovatie en nooit met vernieuwing.”
Er is volgens Ruud te veel wet- en regelgeving om de energiesector in Nederland te beschermen. “Het is een ontzettend belangrijke sector, dus dat is logisch. Maar om stappen naar een duurzame toekomst te zetten, moeten we het anders gaan aanpakken. Er zijn wel oplossingen, maar we durven er niet aan te beginnen.”

Doorbreken van tradities
Als er iemand de tradities van de energiesector kan doorbreken, dan is het Ruud. Hij stond aan de wieg van de ledlamp en zag wat voor strijd daar tegen werd gevoerd. “Phillips kwam naar buiten met verhalen dat ledlampen mensen blind zouden maken en dat het Nederlandse energienetwerk zou ontploffen. De lampen zijn er toch gekomen.”
Als oprichter van Oxxio werkte hij aan het goedkoper maken van groene stroom. “Windenergie op zee is nu vier cent per kilowattuur zonder subsidie en daarmee goedkoper dan kolenstroom! Het kan dus wél.” Ruud denkt dat we met de juiste doorbraken de doelen van 2030 nog steeds kunnen halen. “Dat is geen arrogante opmerking, maar op basis van de kennis die ik heb van eerdere grote doorbraken en vertrouwen. Op dit moment ben ik in gesprek met de Nederlandse overheid om een soort duurzame special forces op te richten. Een manier om duurzame en vernieuwende plannen rechtstreeks bij de hoge ambtenaren van de juiste ministeries te krijgen.”
Dat kan heel simpel zijn. “Denk aan subsidies, die bedenken we vanuit dingen die er al zijn. Maar ondernemers hebben natuurlijk veel liever klanten dan een subsidie. Als het aan mij ligt, schaffen we alle subsidies af. De overheid moet zorgen voor faciliteiten, waardoor mensen in staat zijn om die investeringen te doen. Die investering betaal je uiteindelijk door de besparing op je energierekening. Verduurzaming loont!”
Vorig jaar sleepte Jardo Stammeshaus de prijs voor “Innovatiefste Student van Nederland” in de wacht. Dat deed hij met zijn innovatieve startup Liion Power. De prijs bestond uit een investeringsbudget van €5000,- én een felbegeerde trip naar de startup hotspot van de wereld: Silicon Valley. Jardo keerde recent terug uit de Verenigde Staten en nam vanuit daar heel veel kennis, netwerkmogelijkheden en prachtige verhalen mee naar huis. Wij spraken hem kort na zijn reis en tijdens dat gesprek werd direct duidelijk: Jardo is klaar om te vlammen met Liion Power.
Liion Power is ontstaan vanuit Jardo zijn persoonlijke frustratie. Om zo lang mogelijk met de accu’s te doen van zijn apparaten downloadde hij talloze apps om het gebruik te reguleren. Ook een meterslange USB-kabel zou zorgen voor trager laden en meer levensduur, en met een timer zorgde hij dat zijn batterij niet te lang en te vol zou laden. Totdat hij op een gegeven moment gefrustreerd dacht: “Die accu’s lijken wel mijn kinderen, waar ben ik mee bezig? Dat moet makkelijker kunnen.” En zo ontstond op een studentenkamer het idee voor Liion Power. De startup ontwikkelt een apparaatje dat ervoor zorgt dat ál je accu’s zo lang mogelijk meegaan.

VAN DUURZAAM LEVEN TOT DUURZAAM ONDERNEMEN
Nadat Jardo een master in Natuurkunde cum laude afrondde, en een extra master in Science Business Innovation volgde werd zijn gewenste levenspad duidelijk: “Ik wil ondernemer worden. Niet zomaar een ondernemer. Nee, een duurzame ondernemer.” Zegt hij stellig. Deze mentaliteit zie je ook terug in de voorbereiding van de reis naar Silicon Valley. “We hebben met Liion Power het hele jaar zo gepland om ons optimaal voor deze trip voor te bereiden. Zo hebben we voorruit gedacht qua strategie én hebben we gezorgd voor een nieuw prototype met een beter, Apple like, design. Ook hebben we veel data verzameld om op te anticiperen.”
“Want, Silicon Valley is natuurlijk een gigantische droom. Ze hebben de allure van die spot echt goed in de markt gezet. Mijn co-founder Reuben Moore en ik wilden dan ook zo goed mogelijk voorbereid op pad in de V.S. om deze kans maximaal te benutten. Het was daardoor ook echt een netwerk “vakantie” voor ons.” Vertelt Jardo trots. “We gingen samen op reis met de Academic Startup Competition. Dat zijn de tien beste academische startups van Nederland. Zij hebben hun startup doorgaans gebaseerd op vele jaren (PhD) onderzoek en de daaruit voortgekomen patenten, research en development. Enorme zwaargewichten dus.”

MET DE NEUS IN DE BOTER
“De groep waarmee we op pad gingen, Reuben en ik waren de jongste van de groep, hadden dus enorm veel expertise op zak. Een van de startups had zelfs de eerste fotonische kwantumcomputer op een chip geproduceerd. Ja, wauw. Die zie je niet aankomen toch?” Het is te merken aan Jardo dat het opbouwen van een netwerk met dit soort partijen van grote meerwaarde is voor Liion Power en hemzelf. “Je trekt samen op, leert elkaar echt goed kennen en iedereen heeft tijdens zo’n reis een off-dag. Doordat je daar samen doorheen gaat leg je connecties die zeer lang houdbaar zijn. Lekker duurzaam dus!” zegt hij lachend.
De reis naar de Verenigde Staten betrof niet alleen een bezoek aan Silicon Valley. “We startten de eerste dag meteen met een pitchronde op de 36ste verdieping met uitzicht over San Francisco. Daarna zijn we nog in New York, Los Angeles, Boston en Washington D.C. geweest. Ongelofelijk om voor het eerst naar de Verenigde Staten te gaan en gelijk dit allemaal te zien. Het voelt als een droom dat ik drie weken de V.S. doortrok om te netwerken en pitchen voor mijn eigen startup!”
A VERY REAL HIGHLIGHT REEL
De netwerktrip naar Silicon Valley bracht Jardo en Reuben naar universiteiten als MIT, Berkeley en Stanford. Het moment dat hem echter het meest is bijgebleven vond plaats aan het begin van de reis. “Een van de eerste pitchmomenten was voor vier VC’s (Venture Capitalists). Een van die mensen was Marc Tarpenning, één van de founders van Tesla. Als groot Tesla fan was het bizar om te mogen pitchen voor een van de oprichters én ook nog eens inside informatie te krijgen over de oprichting van het bedrijf. Dat gaf echt ongelofelijk veel energie. Dat ik dit soort dingen mee heb mogen maken het afgelopen jaar voelt nog steeds onwerkelijk. I’m living my dream!” stelt Jardo stralend.
Jardo met Marc Tarpenning, één van de founders van Tesla
Natuurlijk bestaat zo’n trip uit veel hoogtepunten en enkele dieptepunten. Een vol programma en iedere dag presteren is geen eenvoudige opgave als je gemiddeld genomen veel slaap nodig hebt, (zoals Jardo die gemiddeld bijna 9 uur per nacht slaapt). “Doordat we van East naar West vlogen kwam daar ook nog een jetlag bovenop. Dat zorgde af en toe voor momenten waarin scherp blijven een flinke opgave was. Gelukkig was ik daar samen met Reuben. Dat betekende ook dat we tips en feedback konden aannemen, wetende dat Reuben die noteerde. Zo hebben we alle tips en feedback goed kunnen verwerken wat zorgde voor een dijk van een pitch aan het einde van de trip.”
DE KERS OP EEN HELE DIKKE TAART
“Op de laatste dag vond er een pitch-competitie plaats. Iedereen had al twee weken zijn pitch geoptimaliseerd en verbeterd. Dat was echt gaaf om te zien. Op dat event werd een juryprijs en een publieksprijs uitgereikt. Tot onze grote verbazing sleepte Liion Power de publieksprijs binnen. Zelfs vrienden van me zeiden: ‘Jardo, hoe krijg je dat nou weer voor elkaar?’. Eén van deze partijen heeft een fotonische kwantumcomputer geproduceerd en Liion Power gaat met de publieksprijs naar huis.” “Dus ja, die komt zéker wel op mijn cv te staan!” vertelt Jardo trots.
Het is mooi om te zien dat Liion Power het afgelopen jaar gewoon is blijven doen wat ze al deden. Ze gaan overduidelijk niet voor snel succes. Nee, Liion Power gelooft in haar eigen kracht en blijft haar eigen pad bewandelen, allemaal uit zorg voor een toekomst waarbij ze zoveel mogelijk kunnen bijdragen aan een betere wereld. Jardo maakt zijn statement als ‘Duurzaam ondernemer’ ook hierin enorm waar. Tot slot heeft Jardo nog een duidelijk advies voor alle studenten met ambitieuze, innovatieve ideeën.

Silicon Valley
JUST DO IT
Hoe cliché het klinkt. Jardo heeft een punt. Hij maakt dat inzichtelijk door de risico’s van studeren af te zetten tegen het risico van ondernemen. “Weet je, wat kan er echt fout gaan? Stel dat Liion Power het niet haalt, is al die tijd dan voor niks geweest? Absoluut niet. We zijn jong en hebben geen hypotheek, dus hoe groot is dat risico? Ik heb heel mijn leven gestudeerd, maar in 1,5 jaar ondernemen leerde ik meer dan ooit tevoren. Tijdens mijn studie verdiende ik niks en leende ik maximaal bij. Nu leen ik niks én kan ik mezelf salaris geven. Wat is dan een groter risico? Studeren, of ondernemen?”
Tot slot heeft Jardo nog een mini workshop klaar staan van Shia LaBeouf voor twijfelende ondernemers. “Als je dit gaat kijken en luistert naar wat hij zegt, dan besef je: het is zo enorm waar. Kortom, dit is de beste ‘Hoe word je ondernemer’ workshop van 1 minuut. Check it out!” Gewoon aan de gang dus. We zijn benieuwd naar hoe de winnaar van dit jaar, Auke Bleij, zijn trip naar Silicon Valley gaat aanvliegen!
Wil je de finale van de Innovatiefste Student van Nederland van 2022 terugkijken? Dat kan hier!
Toen Levi Bouman met zijn vrienden naar het festival Cercle wilde gaan viel hem iets op. Na een preregistratie en een tweede verkoopronde was het festival binnen één minuut uitverkocht. Direct na de verkoop kwamen de tickets op andere sites te staan. Niet voor 65 euro, maar voor 1200. “Dat kan toch niet de bedoeling zijn?”
Het opkopen van kaarten en daarna voor een hogere prijs doorverkopen is niet alleen vervelend voor de bezoekers, volgens Levi. “Organisatoren van festivals zijn daar ook niet blij mee. De betrouwbaarheid van je festival wordt aangetast, omdat mensen kaartjes vinden op allemaal louche sites. Oplichters verdienen er veel geld mee, terwijl festivalbezoekers er last van hebben.”
Sluimerend plan
Het mislukte Circle Festival-avontuur was niet direct de aanleiding voor de oprichting van Soteria. “Het idee sluimerde een tijdje”, legt Levi uit. “Totdat ik geïnteresseerd raakte in blockchain. Ik ga mezelf geen expert noemen, maar voor mijn gevoel kan blockchain alle problemen van festivals oplossen.”
Soteria is een app waarin mensen tickets kunnen kopen en verkopen, maar de tickets kunnen het systeem niet uit. Wat betekent dat in de praktijk? “Je kan de tickets niet meer doorverkopen voor het tienvoudige, je hebt geen last meer van lugubere sites, festivals kunnen royalties verdienen bij de doorverkoop van kaartjes. Alleen maar voordelen!”
Door de tickets via blockchain te verkopen, verkoop je ze in de vorm van een Non Fungable Token (NFT). “Dat is een digitaal eigendomscertificaat dat je niet kunt vervangen. In de app koppelen we dat aan een digitaal ticket door het te registreren op de blockchain. Een database die je het beste kunt vergelijken met een doorzichtige kluis: iedereen ziet dat het jouw ticket is, maar kan de registratie niet aanpassen.”

Een geldwereld
“In mijn hoofd had ik de app al helemaal uitgewerkt, maar ik wist net niet genoeg van blockchain en NFT’s om het allemaal in de praktijk te brengen. Daarom ben ik eerst in gesprek gegaan met allerlei experts. Ontwikkelaars, blockchain-developers, festivalorganisatoren, ik heb iedereen de hemd van het lijf gevraagd.” Die validatie ging eigenlijk verrassend goed. “Iedereen was enthousiast en dat was voor mij het teken om door te zetten.”
Soteria is op dit moment in ontwikkeling. “Binnenkort gaan we met het team een prototype presenteren aan een aantal organisatoren waar we nu contact mee hebben. Als dat in de smaak valt, gaan we op zoek naar investeerders. In juli 2023 willen we de beta-versie van onze app lanceren. Die versie gaan we testen samen met een klein festival.” Het idee is om met de data van die eerste testrun de app af te maken.
Volgens Levi is de markt van ticketsystemen erg bijzonder. “Veel van die systemen staan ontzettend sterk in de markt en leveren veel geld op, waardoor innovatie niet zo interessant is. We moeten waarschijnlijk echt gaan vechten om er tussen te komen, want onze concurrenten zijn een stuk groter en rijker dan wij.”

Levi Bouman
Cryptokritisch
Blockchain, cryptomunten en NFT’s: het zijn geen gemakkelijke onderwerpen. Daar is Levi zich bewust van. “De kans dat mensen schrikken van NFT’s is best groot, daarom houden we dat allemaal aan de achterkant van de app. Mensen kopen gewoon via iDEAL hun kaartjes, ze hebben niks extra’s nodig. Ze merken alleen dat het systeem fraudedicht is, maar met blockchain hebben ze persoonlijk niets te maken.”
Levi hoort vaak dat het systeem dat hij heeft ontworpen ook kan bestaan zonder blockchain. “Dat klopt ook, daar ga ik niet moeilijk over doen. Maar blockchain is een bewezen, veilige techniek die heel efficiënt werkt. Waarom zou je het dan niet gebruiken?”
Er is in de toekomst nog veel meer mogelijk met blockchain. “We moeten eerst maar eens de app afmaken, maar het lijkt me heel gaaf om tokens toe te voegen voor de garderobe of kluisjes. Dan hoef je ook nooit meer met die kaartjes rond te lopen. Of dat we de horeca op het festival koppelen aan onze app. Je staat bij een stage, bestelt een biertje en als je bij de bar staat, staat het klaar. Dat is toch top?”